Column Lotte Debrouwere
“Ja, beste toerist in Brugge, ik snap het dat u op zo’n koets kruipt”
“Moet dat nu? Met dat schoon weer? Met dat schoon, jong leven? Het is dat ik u zo voel, gij blokkende student”
“Plots beet het varken in haar zakje. Het viel op de grond, het varken scheurde het met de muil open en vrat alles op”
“Mijn dochter had sportdag en ze had haar sportkledij niet mee. Ik kromp ineen”
“Mijn vriendin is een VIP. Voor mij, en voor zoveel anderen. En dan zij we er. Afdeling oncologie”
Emsiekensie, pieza of prosjoeto: “Een mens zou Aveve ook al niet meer durven uit te spreken”
“Verplegers en verpleegsters. Tussen sondes en katheters, tussen verslagen en verwondingen blijven ze maar doorgaan”
Viert moeder
“Hij knielde licht door de benen om zeker te zijn dat die kroon nu echt wel recht op dat koninklijke hoofd stond”
“De grimestand ziet er elfachtig uit, alleen moet je honderd uur wachten in een rij vol zeurende koters”
“De postbode moet beschermd worden. En al zeker tegen zijn eigen bedrijf dat er een soepje van maakt”
“Die Julian lezen op mislukte lentedagen is een beetje nefast voor de feestvreugde “
“Menig lijf dat nog maar eens bewijst dat die God tijdens zijn schepping helemaal niet de esthetische perfectie nastreefde”
“Haar hoofdje schudde heen en weer van de inspanning en langzaam maar zeker veranderde ze in een wild, verzopen waterkuiken”
“Gewonden na een ruzie om een Monopolyspel in Brussel. Als de dochter hier vraagt om een gezelschapsspel te spelen, waarschuwt moeder ook altijd”