Roland (86) is de laatste boksjournalist van Vlaanderen: “Als ik stop, is er niemand meer om over boksen te schrijven”

© David Van Hecke

Merelbeke / Gent -

Gentenaar Roland Lebuf (86) moet zowat de ouderdomsdeken van de Vlaamse sportjournalisten zijn. Zeven decennia lang klopte zijn hart even enthousiast voor het voetbal en de bokssport. De eerste van die twee passies is bekoeld “sinds voetballers waanzinnige sommen verdienen”, maar voor de laatste wil hij blijven vechten tot de laatste snik.

Geert Neyt

In de Ghelamco Arena is er één plek waar thuisclub KAA Gent geen zeggenschap over heeft en dat is de persruimte. Twintig jaar lang kwam daar niemand binnen zonder de toestemming van Roland Lebuf, syndicus van de sportpers.

“Telkens als een buitenlandse club op Gent komt spelen, duiken zogezegde journalisten op uit dat land, al dan niet met een vervalste perskaart”, zegt Lebuf. “Voor de wedstrijd tegen Basakshehir was het weer van dat. Dertig gasten probeerden de match als journalist bij te wonen. Het merendeel bleken Turken te zijn die in Gent wonen.” (lacht)

Lebuf legde vorige week zijn functie als syndicus neer. Hij werd voor zijn jarenlange inzet door KAA Gent bedankt met een etentje voor zijn familie in tweesterrenrestaurant Horseele. Een mooi slotakkoord voor de man die in 1949 voor zijn plechtige communie zijn eerste wedstrijd van de Gantoise cadeau kreeg van zijn ouders, toen nog in het Ottenstadion.

Lebuf toont het truitje dat KAA Gent hem schonk als dank voor twintig jaar inzet.© David Van Hecke

Socialist

Nadien zou Lebuf honderden wedstrijden van Gent en de Rode Duivels in binnen- en buitenland bijwonen. Het hoogtepunt? “De kampioenenviering in 2015, toen duizenden supporters in de Kuip van Gent naar de voorbijvarende spelers zwaaiden. Die beelden vergeet ik nooit meer.”

Toch is de liefde voor het voetbal gaandeweg wat bekoeld. “Van thuis uit ben ik ne rooie”, zegt Lebuf. “Ook nu stap ik nog elk jaar mee in de 1 meistoet. Als je dan ziet hoe het voetbal tegenwoordig wordt beheerst door financiële transacties, dan stoot me dat tegen de socialistische borst. Sommige spelers verdienen iedere week een bedrag waarmee je een huis kan kopen.”

“Bovendien is de afstand tussen speler en journalist zo groot geworden, dat het niet meer leuk is. Vroeger interviewde ik Jan Ceulemans urenlang bij hem thuis, nu krijg je twintig minuten in een perszaal terwijl zijn manager naast je staat met de klok in zijn hand.”

Delfine Persoon

Voor Lebuf voetbaljournalist werd, tikte hij in de jaren 60 voor de krant Vooruit de columns in die Louis-Paul Boon schreef. “Ik was immers de enige die het krullerige handschrift van Boon kon lezen. (lacht) Hij schudde die zogenaamde Boontjes met twintig tegelijk uit zijn mouw en moest achteraf geen letter meer schrappen. Onvoorstelbaar dat ik die velletjes niet heb bijgehouden. Ik was nu rijk geweest.”

Begin jaren 80 stapte Lebuf over naar de sportredactie van Het Nieuwsblad, waar hij ook over boksen begon te schrijven. “Absoluut geen gezonde sport, dat geef ik grif toe. Maar de fascinatie gaat terug op een oerinstinct. In de prehistorie vochten mannen ook al tegen elkaar voor het beste eten en de schoonste madam, hé.”

De handschoenen waarmee Delfine Persoon zich tot wereldkampioene bokste, deed ze cadeau aan Lebuf.© David Van Hecke

Waardering

“Bovendien krijg je van boksers wel nog waardering”, zegt Lebuf. “Omdat de sport zo stiefmoederlijk wordt behandeld in de pers, is de bokswereld blij met elke vorm van aandacht.” Hij toont de bokshandschoenen waarmee Delfine Persoon zich tot wereldkampioene mepte en die ze hem cadeau deed.

De tijd dat half België midden in de nacht opstond om naar de live-uitzending te kijken van ‘de kamp van de eeuw’ tussen Cassius Clay en Joe Frazier, ligt dan ook lang achter ons. In die mate zelfs dat Lebuf de laatste Vlaamse journalist is die nog verslag uitbrengt over de bokssport.

“Als ik ermee ophoud, schiet er niemand meer over”, zegt hij. “Dus blijf ik ook op mijn 85ste schrijven over en vechten voor de bokssport. Ik lig nog lang niet uitgeteld tegen de mat.”

UIT HET ARCHIEF VAN ROLAND LEBUF

Zo’n vijftien jaar geleden trok Ismaïl Abdoul (48) voor het laatst de gevangenisdeur achter zich dicht. De ex-bokskampioen had van de rechter én zijn echtgenote “een ultieme kans gekregen om alle ellende goed te maken.” Maar hoe vergaat het de Gentenaar nu? “Philippe heeft mijn leven gered door mij werk te geven.”

LEES OOK. Ismaïl Abdoul, de ex-bokskampioen die 15 jaar geleden definitief vrijkwam: “Philippe heeft toen mijn leven gered”