Na een door wind en regen geteisterde koers was Lemaire in Florennes net iets sneller dan medevluchters Giovanni Laurent en Matteo Melotte. “Het werd een afvallingskoers met een resem renners die er voortijdig de brui aan gaven”, zegt de Brusselaar. “Bovendien was het niet alleen koud en nat, we kregen ook telkens twee klimmetjes per ronde. In de tweede van veertien ronden koos ik samen met een metgezel al voor een aanval, maar het peloton gaf ons weinig ruimte en pakte ons in de vijfde ronde terug. Nadien bleef ik aandachtig voorin koersen en op 25 kilometer van de streep raakte ik weg samen met Laurent en Melotte. We spraken af dat we samen zouden doorgaan, zodat we de podiumplaatsen konden verdelen. Ik voelde me de sterkste en in de slotkilometer knalde ik weg. Vorig jaar had ik al wel de BXL Tour gewonnen, maar dat was een koers van slechts veertig kilometer en eerder een evenement in het kader van de 20 kilometer van Brussel. Florennes was dus mijn eerste echte zege.”

WK triatlon

Lemaire leek niet meteen in de wieg gelegd voor de koers, maar corona duwde hem in die richting. “Ik speelde hockey bij Royal Orée, tot de trainingen en wedstrijden daar stilgelegd werden wegens de corona-epidemie. Ik kocht een koersfiets en waagde me aan een halve triatlon. Dat bleek vlot te lopen. Ik boekte snel vooruitgang en kwalificeerde me zelfs voor het WK in de USA. Toen ik deelnam aan een toertocht van het Brussels Cycling Team, bleken ze ook daar onder de indruk. Zo ging de bal aan het rollen en in juni 2021 reed ik zonder deftige voorbereiding mijn eerste koers. Vorig jaar reed ik met de Ronde van Namen dan mijn eerste rittenkoers. Hellingen over een tijdsduur van een drietal minuten liggen me het best.”

Lemaire maakt deel uit van het Brussels Cycling Team, een bont allegaartje van renners met diverse nationaliteiten. “We rijden de koersen van de Beker van België, maar ook de Rondes van Luik en Namen. Op twee jaar tijd maakte ik zodanig veel vooruitgang dat ik geloof dat het profpeloton nog altijd haalbaar is. Ik studeer intussen aan de universiteit in het Engels. Thuis praten we Frans, maar ik liep school in het Nederlands, zodat ik tweetalig ben. Ik woon in Sint-Pieters-Woluwe, maar mijn grootvader is afkomstig van Temse, zodat mijn wielerroots misschien wel in Vlaanderen liggen.”