Rechter verbiedt Stad Gent om circulatieplan rond drukke brug in te voeren: inspraak is niet wettig verlopen
Gent probeert al jaren de drukke Gentbruggebrug veiliger te maken, maar wordt teruggefloten door de rechter. — © fvv
De rechtbank legt de Stad Gent een voorlopig verbod op om het veelbesproken wijkmobiliteitsplan rond Gentbruggebrug in te voeren. Als dat toch gebeurt, moet Gent een dwangsom van 25.000 euro per dag betalen. Er is te veel geïmproviseerd met de inspraak over het plan, waardoor het niet wettig tot stand gekomen is, vindt de rechter. “In deze denken wij dat dit niet terecht is”, reageert Filip Watteeuw (Groen), schepen van Mobiliteit.
Het gaat niet om een uitspraak ten gronde over het nieuwe mobiliteitsplan, maar vooral over de manier waarop het tot stand gekomen is. Dat blijkt uit het vonnis dat onze redactie kon inzien. Er is geen correct inspraaktraject geweest. Daarom is het plan wettelijk niet in orde.
“De rechtbank legt aan de Stad Gent een verbod op om over te gaan tot de concrete uitvoering van het wijkmobiliteitsplan Dampoort – Oud Gentbugge, met inbegrip van verdere voorbereidende werken ter plaatse”, luidt het vonnis.
De kortgedingrechter legt de Stad Gent een dwangsom van 25.000 euro per dag op. “En dit tot aan de dag waarop een uitspraak ten gronde wordt geveld betreffende de wettigheid van dit wijkmobiliteitsplan.”
Tweehonderd mensen
Even terugspoelen. De Stad Gent wil al een hele tijd aan de voet van de drukke Gentbruggebrug een ‘verkeersfilter’ installeren. Die moet doorgaand auto- en vrachtverkeer tussen Sint-Amandsberg en Gentbrugge voor een stuk onmogelijk maken, wat dan weer de omgeving veiliger maakt voor voetgangers en fietsers.
De Stad Gent en mobiliteitsschepen Watteeuw zijn al jaren bezig met de voorbereiding van het plan. Maar een groep zelfstandigen met winkels dicht bij de brug ziet dat niet zitten en trok naar de rechtbank. Ze vrezen klanten te verliezen en moeilijk bereikbaar te worden.
Een groep van meer dan tweehonderd Gentenaars sloot zich aan via een advocaat. Nadat ze er al in slaagden om de voorbereiding van het plan aan Gentbruggebrug stil te leggen, halen ze nu opnieuw hun slag voorlopig thuis. De rechter wijst onder meer naar de inspraak over het plan. (lees verder onder de foto)
Mobiliteitsschepen Watteeuw wil doorgaand auto- en vrachtverkeer over de brug voor een deel onmogelijk maken. — © fvv
Inspraak
De Gentenaars kregen wel degelijk inspraak over het nieuwe mobiliteitsplan. Er waren brieven, infomarkten en allerlei focusgroepen. Gentenaars stuurden op voorhand ook duizenden opmerkingen naar de Stad Gent over de verkeersveiligheid in de wijken, via een website, e-mails...
“Deze wijze van participatie lijkt eerder ad hoc tot stand te zijn gekomen”, schrijft de rechter. Dat was “in se niet onzorgvuldig en ondoordacht.” Maar het is geen formeel, op voorhand vastgelegd en juridisch sluitend participatietraject, iets wat volgens de rechter wel zou moeten in dit geval. “Een traject met een vooraf uitgestippelde opeenvolging van inspraakmomenten is vereist.”
Dat was er niet, of minstens niet voldoende. “(...) wat maakt dat de participatie als ongestructureerd voorkomt en mogelijks ruimte laat voor willekeur, zonder dat dit hierbij aangenomen wordt, laat staan bewezen is.” En dus is het plan niet volgens de regels tot stand gekomen, is het oordeel. De Stad Gent is het hier niet mee eens (zie reactie onderaan).
De Stad Gent krijgt een dwangsom van 25.000 euro opgelegd van de rechter.
Toch invoeren?
Het lijvige vonnis besluit dat “het wijkmobiliteitsplan Dampoort – Oud Gentbrugge tot stand is gekomen met miskenning van de toepasselijke rechtsregels, zodat de Stad Gent er geen verdere uitvoering meer aan mag geven.”
Gent wordt verboden om het plan zoals het er nu ligt, in te voeren. Toch schiet de rechter het plan niet inhoudelijk af. “Niets belet de Stad Gent om thans reeds voorbereidende beslissingen en planningen te maken (...) om het wijkmobiliteitsplan al dan niet in gewijzigde vorm alsnog uit te voeren.”
Dat betekent dat de Stad Gent met enkele formele aanpassingen en een nieuwe inspraakronde het plan mogelijk toch in zou kunnen voeren. Bovendien hangt alles af van een andere procedure, bij de Raad van State. Daar wordt de wettelijkheid van het mobiliteitsplan ook aangevochten.
Watteeuw
Het mobiliteitsplan zou deze zomer ingevoerd worden, maar dat is nu zo goed als onhaalbaar. De tegenstanders wilden ook nog dat Filip Watteeuw (Groen) en Mathias De Clercq (Open VLD) persoonlijk uitleg moesten komen geven in de rechtbank. Maar daar ging de rechter niet op in.
Watteeuw, die als schepen van Mobiliteit de architect is van het plan, lijdt alleszins opnieuw stevig gezichtsverlies. De rommelige voorbereidingen van het bewuste mobiliteitsplan werden ook al stilgelegd door de rechter.
“Rechter veegt het plan niet van tafel”
© fvv
“De rechter doet geen uitspraak ten gronde”, reageert Filip Watteeuw (Groen). “Hij zegt niet dat het wijk mobiliteitsplan onwettig is en veegt het niet weg. Wat hij doet is een uitspraak uit voorzorg. Er is mogelijks een risico op schade voor de eisers. De rechter zegt: wacht daarom tot we zeker zijn dat het wettig is.”
Watteeuw wijst naar een andere rechtszaak tegen het mobiliteitsplan, bij de Raad van State. “Daar loopt een geding waar de wettelijkheid wel in vraag wordt gesteld. De rechter wil daarop wachten.”
Inspraak
Het vonnis stelt duidelijk dat de inspraak niet goed liep. “In deze denken wij dat dit niet terecht is. Er zijn in het decreet basisbereikbaarheid (waar de rechter naar verwijst, red.) geen regels voorzien over hoe een participatietraject vastgelegd moet worden.”
“In 2015 hebben we voor het mobiliteitsplan een openbaar onderzoek gevoerd. De beslissing voor de wijkmobiliteitsplannen vloeit daaruit voort. De rechter zegt: ze doen wel veel inspraak, in se niet onzorgvuldig of ondoordacht, maar ik zou meer verwachten. Maar daar bestaan geen regels rond.”
En nu? “We gaan ons beraden wat we verder gaan kunnen doen en de uitspraak van de Raad van State afwachten. We zullen ook bekijken of er andere mogelijkheden zijn. Het belang blijft om leefkwaliteit en veiligheid te brengen in Oud Gentbrugge en Dampoort.”
Dit is toch een stevige opdoffer? “We leven in een rechtstaat. Iedereen heeft het recht om naar de rechter te gaan en wij moeten ons daarnaar schikken. Wat ik wel weet is dat er heel veel mensen zijn die zitten te wachten op ingrepen voor de leefbaarheid en verkeersveiligheid. Ik denk dat zij ook niet bij zullen zijn met deze uitspraak.”
“Het vonnis is duidelijk”
“De interpretatie van de schepen volgen wij niet”, zegt advocaat Dominique Blommaert, die namens de zelfstandigen in Gentbrugge naar de rechter trok. “De schepen zegt dat het plan niet van tafel wordt geveegd, maar de uitspraak is duidelijk. Er kan een plan komen, maar daarbij moeten de correcte procedures gevolgd worden, zoals de participatie.”
De klagers benadrukken wel dat ook zij voor verkeersveiligheid en leefbaarheid zijn. “Het gaat niet enkel om de ondernemen, ook over tweehonderd burgers die hun nek uitsteken. Zij worden direct geraakt en op dat vlak is het vonnis duidelijk: hun subjectieve rechten worden geschonden.”
Bemiddeling
De procedureslag rond het mobiliteitsplan lijkt nog lang niet voorbij. Er kan nog beroep zijn tegen het nieuwe vonnis. Er loopt een procedure die over de grond van het plan, bij de Raad van State, maar ook eentje bij de rechtbank van eerste aanleg in Gent.
Die zaak is ingeleid en naar de rol verzonden, in afwachting van de Raad van State. “Normaal zal dat door de procedure een jaar duren voor ten gronde gepleit kan worden”, zegt Blommaert. “Het is duidelijk: de Stad had beter in bemiddeling gegaan of een degelijk participatietraject opgestart.”
Kansloos
Die bemiddeling wordt door de rechter echter in het vonnis al afgewezen. Het zou niet eerlijk zijn om enkel met tegenstanders van het plan aan tafel te gaan zitten, en niet met voorstanders. “Het is ook niet duidelijk waarover er juist bemiddeld moet worden”, zegt de rechter. Een bemiddelend gesprek waarin de tegenstanders het plan volledig willen kelderen noemt de rechter “bij voorbaat kansloos en derhalve niet opportuun.”