Nadat Gullegem begin februari zijn trainer Jordi Lemiengre had bedankt voor bewezen diensten, koos de club voor Stefaan Deloose. “Stefaan wie?”, was de algemene reactie. Intussen heeft de 51-jarige Kooigemnaar zijn naamkaartje afgegeven, want de rood-witten verloren nog geen enkele keer in de zeven wedstrijden onder zijn leiding. “Ondanks dat uitstekende parcours zijn we nog altijd niet vrij van degradatiezorgen”, beseft Deloose. “Het gaat wel de goede kant op. Na de zege tegen een sterk Aalst bewezen we op Petegem dat we in korte tijd heel wat stappen hebben gezet. Voor mijn komst werd met 1-5 verloren van de Oost-Vlamingen, nu wonnen wij daar met 0-2.”

Stefaan Deloose is bij FC Gullegem aan het bewijzen dat hij tot veel meer in staat is dan alleen goed werk af te leveren als jeugdtrainer. Hij heeft in korte tijd van een ploeg op de dool een elftal van winnaars gemaakt. “Dat is wel niet alleen mijn verdienste. De spelers moeten ook bereid zijn om mee te gaan in je verhaal. Op dat vlak zat ik hier meteen goed. Ik kreeg de jongens meteen op mijn hand, al speelden de positieve resultaten uiteraard een grote rol. Bij Gullegem ben ik met mijn gat in de boter gevallen. Het is een fijne club, het bestuur blijft rustig met de voeten op de grond en ik heb een kwaliteitsvolle groep met jongens die bereid zijn te werken.”

Zaterdag krijgt Gullegem het bezoek van Oudenaarde, dat met 12 op 12 aan een sterke reeks bezig is. “Dat wordt een kwaaie klant, maar ook wij hebben de wind in de zeilen”, aldus Deloose. “Trouwens, in onze reeks bestaan er geen gemakkelijke opdrachten. In iedere match moet er hard geknokt worden om de punten.”

Supertransfers

Intussen heeft Gullegem zijn transferhuiswerk voor volgend seizoen gemaakt. “En dat ziet er best goed uit”, besluit Stefaan Deloose. “Met Liam Prez, Dirk-Jan Dewaegemaeker en Jarne Jodts, die nu nog de kleuren van concurrent Westhoek verdedigen, haalde het bestuur drie spelers binnen die ik nog onder handen had als jeugdtrainer bij KV Kortrijk. Het zijn jongens die heel wat in hun mars hebben en gerust als supertransfers mogen bestempeld worden.”