“Ik voelde me vrij goed”, aldus Van der Poel. “Ik ben onderweg iets te gretig geweest, denk ik. Ik wilde er een lange en harde finale van maken, om mij volledig klaar te stomen voor volgende week. Dat is zeker gelukt. Ik voelde me goed op alle beklimmingen en heb een paar keer een mooie forcing kunnen voeren. In de sprint kwam ik tekort tegen Van Aert. Jammer, maar ik ben niet teleurgesteld. We gingen op iets meer dan 200 meter aan, vol wind in de rug. Het was dus eigenlijk niet zo’n lange sprint. Het beste was er echter af, maar liever nu dan volgende week (in de Ronde, red.).”

De drie tenoren, met ook nog Tadej Pocagar erbij, reden in sneltempo naar de finish. De Sloveen probeerde het nog twee keer, zonder succes. Onderweg werd er sowieso niet veel gesproken.

“We verstaan elkaar intussen zonder woorden”, lachte Van der Poel. “Na de Tiegemberg hebben we wel even gelachen omdat Wout daar als een gek voor een premie ging. Wij waren daar niet van op de hoogte.” Dat ging om 6.000 euro aan badkamerspullen. “Hij ging de premie delen onder ons drie. En ik mag trouwens een jaar gratis tanken als hero of the day, dus dat zal misschien beter zijn. Dat alles is echter bijzaak. Ik ga met een goed gevoel naar huis.”

“Ik ga met een goed gevoel naar huis”

Mathieu van der Poel - Alpecin-Deceuninck

“Ik zag dat Mathieu en Tadej niks doorhadden, dus besloot ik hen niet in te lichten”, lachte Van Aert zelf over zijn sprintje.

Pogacar heeft “ervan genoten”

“Ik heb wel genoten van deze wedstrijd. Het gevoel zit goed en ik ben best tevreden met mijn resultaat”, vertelde Tadej Pogacar (UAE Emirates) vrijdag na zijn derde plaats in de E3 Classic.

“Op de Taaienberg heb ik me laten verrassen. Het was hectisch in het peloton en ik zat te ver. Daarna was ik een tijd op achtervolgen aangewezen. Dat komt natuurlijk omdat ik de Vlaamse koersen nog niet echt goed ken .Dat mag me in de Ronde van Vlaanderen niet meer gebeuren.”

Op de Oude Kwaremont trok Pogacar fiks door. Zijn metgezellen maakte hij het daar erg lastig. “Die helling ligt me ook het best. Het is de langste beklimming van de wedstrijd en daar kan ik mijn kracht kwijt, maar ik had wel Mathieu van der Poel en Wout van Aert mee, geen kleine jongens. In de slotkilometers probeerde ik hen alsnog af te schudden, maar dat lukte niet. Ze hadden alles onder controle.”

“Ik trek nu naar Monaco om daar wat te trainen en keer dan pas terug naar België voor de Ronde van Vlaanderen. Ik hoef niet echt meer veel te schaven aan mijn conditie. Vrijdag staat er wellicht nog een verkenning met de ploeg op het programma. Dan zijn we er klaar voor.”