“Toen mijn zoontje in de kleuterklas zat, moest ik over de middag altijd naar zijn school om hem een spuitje te geven. Hij heeft type 1 diabetes en moet voor elke maaltijd insuline krijgen. Ik kon niet anders dan halftijds werken.” Intussen is het leven van Griet Van den Kerchove en haar zoontje Arthur (7) iets gemakkelijker geworden. Hij heeft nu een insulinepomp die hij zelf kan bedienen. Maar jarenlang moest Griet zich in allerlei bochten wringen, omdat de leerkrachten op school geen spuitjes mogen geven aan hun leerlingen. Het is zelfs strafbaar als ze dat wel doen.

Na jarenlange druk uit de welzijnssector, vult minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) dat hiaat in de wetgeving op. Vandaag wordt zijn nieuwe wet rond ‘bekwame helpers’ goedgekeurd door de federale regering. Het moet toestemming geven aan mensen zonder medische achtergrond om verpleegkundige handelingen te verrichten. Dat kan bijvoorbeeld in een school of een kinderdagverblijf. Ook de scoutsleider zal een spuitje mogen zetten.

Enthousiast

De ‘bekwame helpers’ krijgen niet zomaar carte blanche. Een arts of verpleegkundige moet altijd toestemming geven en oplijsten wat de begeleider mag doen en wanneer. Dat moet neergeschreven worden in een zorgplan. Afhankelijk van het takenpakket dient de helper ook een opleiding te volgen. Voor basishandelingen, zoals het toedienen van een rilatinepil, is dat niet nodig. Bij complexere ingrepen, zoals het zetten van een insulinespuit of het goed steken van een maagsonde, is een korte cursus wel verplicht.

In de sector wordt enthousiast gereageerd op de wetswijziging. “We waren hier al heel lang vragende partij voor”, zegt Luk Buyse, voorzitter van de Diabetes Liga. “Het viel niet meer uit te leggen dat kindjes op school moesten wachten op de komst van een verpleegster eer ze konden gaan eten.” Frank Vandenbroucke ziet daarnaast ook voordelen voor ouders en familieleden én voor artsen en verpleegkundigen. “De bekwame helper is een win-win voor de hele samenleving.”