De landbouwer runt aan Sassenhout in Vorselaar samen met zijn broer en vader een melkveebedrijf met zo’n 250 koeien. Om zijn dieren te kunnen voederen beschikt de boer er over zowat 110 hectare grasland en percelen om maïs te telen.

Sinds vorige maand loopt een openbaar onderzoek rond het gewestelijk uitvoeringsplan (GRUP) Vallei van de Kleine Nete en Aa van Kasterlee tot Grobbendonk. Dat plan moet de vallei van de Kleine Nete en haar zijrivier de Aa klimaatrobuuster maken, vanaf de kruising met de expresweg N19g tussen Kasterlee en Geel tot en met de samenvloeiing van Nete en Aa in Grobbendonk.

De plannen houden verregaande bestemmingswijzigingen in. Er zouden zowat 700 hectare natuur en bosgebieden bijkomen en 520 hectare natuurverweving. Plannen waar de landbouwers zich vragen bij stellen, want voor landbouw zou de beschikbare oppervlakte met zo’n 800 hectare dalen. En het blijft niet bij de rechtstreekse omvorming naar bos natuur en reservaat. “Zelf zit ik vlak bij de Aa”, vertelt Maarten. “Zo’n 50 hectare die we bewerken zijn voorzien als natuurverwevingsgsgebied. Dat wil zeggen dat landbouw en natuur er evenwaardig zijn.”

“Momenteel worden er in deze zones nog geen beperkingen opgelegd, maar de ervaring leert dat dit slechts een kwestie van tijd is. We vrezen dat er straks strenge normen gaan opgelegd worden rond bijvoorbeeld bemesting. Op die manier gaan ook deze gronden in de praktijk verloren voor de landbouw. Gronden in natuurverwevingsgebied zijn ook financieel minder waard, maar een schadevergoeding staat daar niet tegenover omdat op papier alles nog zal mogen.”

Lenaerts vreest dat het GRUP in het algemeen weleens de klap te veel zou kunnen worden voor sommige landbouwers. “Er is het stikstofdossier, er zijn strengere regels in het kader van het mestactieplan en nu zitten ze ook nog eens aan onze grond. De grens is stilaan bereikt.”

Nog tot en met 21 april kunnen bezwaren ingediend worden. “Met de borden langs de weg willen we iedereen erop attent maken dat het plan best ingrijpend is”, zegt Maarten Lenaerts. “De overheid heeft ons als rechtstreeks betrokkenen niet of nauwelijks op de hoogte gehouden. Alleen al in het gebied van de Aa spreken we over een 24-tal bedrijfszetels en een 96-tal landbouwers die er actief zijn.”

Over het GRUP vinden volgende week nog informatiemarkten in Grobbendonk en Olen plaats. “Natuur moet er zijn, maar er moet ook plaats overblijven om te boeren”, besluit Lenaerts. “De bestemming van onze landbouwgrond veranderen is hetzelfde als de bestemming van iemands huis veranderen waardoor die er niet meer kan wonen.”