Marieke Meert streed op de heuvelachtige omloop van Ooike een hele koers in de aanval. “Ik ben pas aan mijn tweede seizoen bezig als renster en ben dus nog niet zo vertrouwd met het rijden in een peloton”, begint Meert. “Met liefst 135 rensters aan de start in een koers met vele smalle baantjes, leek het me aangewezen om in de aanval te trekken. Ik nam dan ook plaats in de voorste gelederen van het peloton en toen Lotte Popelier bij de start meteen in de aanval trok, besloot ik mijn karretje meteen aan te haken. We sloegen een kloof en reden verder weg. Halfweg koers sloten de Britse Elinor Barker en de Zwitserse Noemi Rüegg aan, twee profs die respectievelijk bij Uno X en Jumbo Visma aan de slag zijn. Net als Lotte had ik al veel energie verbruikt, waardoor de beide profs wel langere kopbeurten voor hun rekening namen. In de voorlaatste ronde naderde het peloton tot op vijftien seconden. We moesten alle zeilen bijzetten, maar liepen opnieuw verder uit. In de sprint moest ik buigen voor Barker, die de snelste bleek en Rüegg.”

Meert neemt het met ongelijke wapens op tegen de profs, maar focust voorlopig op haar voltijdse job. “Profteams klopten nog niet aan de poort. Ik weet eerlijk gezegd ook niet hoe ik erop zou reageren wanneer me een profcontract wordt voorgeschoteld. Voorlopig probeer ik me vooral te amuseren. Dat lukt vooralsnog best en dus zijn de opofferingen om hard te trainen me nog steeds niet te veel. Ik ga ervan uit dat het voorbije seizoen, dat me drie zeges opleverde, niet eenvoudig wordt om te evenaren. Een profcarrière is een droom, maar lijkt voorlopig ver weg.”

Degens kruisen met profs

Zondag trekt Marieke Meert naar Koewacht, waar ze net over de Nederlandse grens een interclub betwist. “Koewacht behoort tot een regelmatigheidscriterium waarin we de degens moeten kruisen met de profs. De week nadien trek ik naar een kermiskoers in Ottergem. De Gooikse Pijl Oetingen werd afgelast, maar schuift gelukkig door naar augustus. Het is een van de topkoersen op het mooie programma dat de ploeg me biedt. We staken van wal in Brussel-Opwijk, waar ik dertiende werd in de massaspurt. In Escanaffles miste ik de goede vlucht en eindigde in het peloton.”