De ondernemingsrechtbank verklaarde de bvba waarvan W.V. bestuurster was begin 2020 failliet. Er werd een curator aangesteld maar die kon de bestuurster van de vennootschap niet bereiken. Opvallend was ook dat de maatschappelijke zetel drie maanden voor het faillissement was verplaatst naar een adres in het Limburgse Zonhoven, ruim 100 kilometer verderop. Op het adres werden stapels ongeopende post aangetroffen en een huurovereenkomst met de eigenaar bleek, ondanks de belofte van W.V., nooit te zijn afgesloten. Volgens de curator was het overduidelijk dat de vennootschap was gedumpt om de schuldeisers op een dood spoor te brengen.

Uiteindelijk liet de curator de boekhouding van de vennootschap bij de boekhouder in beslag nemen. Daaruit bleek dat die zeer onvolledig was voor de boekjaren 2018 en 2019. Er kon geen enkel document worden aangetroffen betreffende de huur van het pand, de aankoop van werkmateriaal of andere werkingskosten.

De rechtbank oordeelde nu dat W.V. schuldig is aan valsheid in geschriften, het niet meewerken met de curator en gesjoemel met de boekhouding. De vrouw werd bij verstek veroordeeld tot acht maanden cel met uitstel en een boete van 4.000 euro effectief. W.V. kreeg ook een beroepsverbod voor een periode van vijf jaar. Aan de curator moet ze een schadevergoeding van ruim 78.000 euro betalen. tdk