Begrijpelijk dat wereldkampioene ploegkoers Shari Bossuyt de druk wat afhoudt. Door een sleutelbeenbreuk tijdens een pistetraining verloor ze kostbare tijd. “Gedurende anderhalve week kon ik niet deftig trainen. Zonder die blessure had ik een stuk verder gestaan, maar mijn vormpeil is nu ook weer niet slecht. Mijn Belgische titel in de ploegkoers met Lotte Kopecky in Gent was een opsteker. De twijfels zijn weg. En of het speciaal aanvoelde om in mijn regenboogtrui te kunnen koersen. Mijn wereldtitel zorgt voor extra motivatie.”

“Normaal gezien zal ik ook twee individuele nummers (puntenkoers en scratch, red) afwerken, maar mijn aandacht gaat in eerste instantie uit naar de ploegkoers”, vertelt de vriendin van prof Gerben Thijssen. “In de trui van wereldkampioene wil ik goed voor de dag komen. Mijn ploeggenote Lotte Kopecky zit in vorm. Ik ben nog niet top, maar ga mijn vel duur verkopen. Temeer omdat de Europese titelstrijd de eerste afspraak is waar punten te verdienen zijn voor de kwalificatie voor de Olympische Spelen van volgend jaar. Een goede start richting Parijs is uiteraard meegenomen. En mits een prima rapport kan ik ook met een gerust hart mijn eerste wegkoersen aanvatten.”

Experiment in teamsprint

Ook Nicky Degrendele verkeert nog niet in absolute topvorm. “Ik ben in volle opbouw. Mijn grote doel is het wereldkampioenschap in augustus. Dan wil ik minstens even goed zijn als in 2018 (toen ze zich tot wereldkampioene in de keirin kroonde, red). Maar een goede start van mijn seizoen is natuurlijk belangrijk. Het is een campagne die er toe doet. Mentaal ben ik fris. Na het WK heb ik een tijdlang de fiets niet aangeraakt, waardoor het een korte winter is geworden. Op het BK in Gent pakte ik de titel in de keirin en de sprint, maar echte referenties zijn dat niet. Tijdens de Europese titelstrijd zal ik naast mijn twee vaste disciplines ook de teamsprint doen met Valerie Jenaer, Julie Nicolaes en Elke Vanhoof (BMX’er en vriendin van Valerie Demey, red). Daarin zullen we stap per stap moeten groeien. Ik ben zelf ook benieuwd tot wat we in staat zijn.”