Helena Ponette bracht in het voorprogramma haar indoorrecord op de 400m van 53”53 op 53”38. Ze deelt voortaan de vijfde plaats op de nationale lijst aller tijden met Sandra Stals en nadert tot op 25 honderdsten van Regine Berg. Ponette had zaterdag energie te koop, want enkele uren later scherpte ze in het hoofdprogramma op de 300m het provinciaal record van Hanne Claus (39”53 in 2019) aan tot een winnende 37”41. De Oostendse neemt nationaal aller tijden nu de tweede plaats in. Enkel Cynthia Bolingo deed met 36”69 ooit beter.

Rani Vincke toonde zich dit seizoen voor de tweede keer sneller dan ooit op de 60m. De Gistelse verbeterde zich als tweede van de Vlaamse titelstrijd van 7”43 tot 7”41, maar deed er in haar reeks van de IFAM nog twee honderdsten af en werd in de finale vijfde met 7”35. Vincke werd nationaal aller tijden twaalfde op drie honderdsten van Manon Depuydt, die in 2020 naar 7”32 snelde en zaterdag bij de IFAM goed was voor 7”59. “Ik haalde er niet alles uit”, zei Vincke. “Ik dankte mijn snelle chrono vooral aan de tweede wedstrijdhelft. Ik werkte er hard aan onder leiding van Patrick Himschoot. Mijn start vond ik matig. Mijn eerste twee stappen waren gewoon te traag, leerden de videobeelden. Ik ben dit seizoen de derde Belgische na Delphine Nkansa, die de 60m van de IFAM won in 7”21, en Rani Rosius, die zich in haar reeks kwalificeerde voor het EK indoor met 7”23. Of ik ooit in hun buurt kom? Wie weet. Ik probeer het alvast. Volgend weekend pak ik bij de Aalsterse indoormeeting wel de 200m aan. Niet mijn ding, ik beschouw het eerder als een trainingstest.”

Regelmatige Yorunn Ligneel

Yorunn Ligneel blijft in het hoogspringen een toonbeeld van regelmaat op niveau. De Houthulstse begon dit seizoen in Oostende met 1m77, bevestigde bij de Vlaamse titelstrijd met een zilveren 1m77 en haalde bij de IFAM 1m75 en de vierde plaats. “In tegenstelling tot de twee eerdere wedstrijden werd in Gent de lat na 1m75 met 5 cm verhoogd. Mijn aanloop klikte bij de opwarming, maar in de wedstrijd was het anders. 1m80 bleek gewoon te hoog.”

Lore Quatacker, Vlaams kampioene op de 1.500m, slaagde ook op de 800m. De Zillebeekse bracht haar record op 2’10”19. Iben Degryse zette zijn opmars op de 60m horden verder. Hij verbeterde zich van 8”31 tot 8”22. Timon Inghelbrecht en Mattis Tanghe vochten in dezelfde reeks van de 800m hun tweede duel van het seizoen uit. Inghelbrecht was de mindere bij het PK 400m, maar hij revancheerde zich op de dubbele afstand met 1’51”08 tegenover 1’53”47 voor Tanghe.

Bij het BK 4x200m klokte Houtland met Libelia Vincke, Maité Beernaert, Jolijn Verhaeghe en Lore Louagie af als zevende vrouwenploeg na 1’43”25 (vorig jaar 1’44”86). MAC Westhoek (in 2021 gediskwalificeerd) haalde met Yoran Deschepper, Arne Dawyndt, Mathis Vandenbussche en Sverre Ramakers de achtste plaats bij mannen met 1’32”06.

Geen Lindsey De Grande in Gent. De Beernemse verkoos de Silver World Tour in het Tsjechische Ostrava en zette er de beste nationale seizoensprestatie op de 1.500m neer. Ze werd tiende in 4’19”36.