“Ik zat dit seizoen vaak op de bank en dat begon wat te knagen”, legt Stan Vandenbrande uit. “Ik haalde wel steevast de selectie, maar ik wil graag meer speelminuten. Daarom zet ik samen met Jari Neef en Jente Ertveldt de stap naar Kester-Gooik. De trainer Geert Criquielion ken ik nog van bij FC Pepingen en nadien bij fusieclub SKPH en ook het project van de club zint me. Bovendien is het dicht bij huis. Intussen wil ik me dit seizoen nog graag volop ten dienste stellen van Pepingen-Halle.”

Complexe blessure

De voorbije wedstrijden stond Vandenbrande echter geblesseerd aan de kant en dat baart hem zorgen. “Ik train, maar ik voel enige hinder. Het is een wat complexe blessure aan de lies en de adductoren, maar het is niet echt duidelijk wat precies. Ontstekingsremmers en na de wedstrijd ijs op de blessure leggen, helpen wel. Ik ben alvast in doktersbehandeling en probeer me zo goed mogelijk te verzorgen om weer te kunnen aanpikken bij de eerste ploeg.”

Zaterdag kruist Pepingen-Halle de degens met leider Hades, dat elf wedstrijden na elkaar ongeslagen bleef en er daarvan liefst negen won. De Limburgers moesten in de heenronde evenwel met 1-1 afdruipen in Halle. Pepingen-Halle is zelf niet slecht bezig met vier wedstrijden op een rij zonder nederlaag. “Hades is een ploeg die ons blijkbaar goed ligt, want in de voorbije drie seizoenen verloren we niet één keer van hen”, stelt Vandenbrande tevreden vast. “Met een afstandsschot bracht ik ons dit seizoen in de heenronde trouwens langszij. Hades is een sterk en goed georganiseerd blok en slikt bitter weinig goals. De ploeg is ook enorm gegroeid in deze competitie. We zijn dus op onze hoede.”