De loopbaan van Robbe Marchand kwam dit seizoen in een stroomversnelling terecht. In oktober maakte hij in de Wereldbekerwedstrijd in het Tsjechische Tabor voor het eerst deel uit van de nationale selectie. Meer dan verdiend nadat hij telkens bij de beste tien was geëindigd in zeven UCI-koersen. “Het was een droom die uitkwam. Met een veertiende plaats deed ik het ook voortreffelijk. Zonder pech had ik zelfs een toptiennotering veroverd. Toen ik naar het Europees kampioenschap in Namen mocht, was ik opnieuw supergelukkig. Mijn dertiende plaats voelde aan als een bevestiging. Alleen tijdens de Belgische titelstrijd bleef ik met mijn achtste plaats wat onder de verwachtingen. Wellicht het gevolg van mijn ziekte tijdens de kerstperiode. Gelukkig kon ik de voorbije weken opnieuw constant presteren.”

Door het dolle heen

“Eigenlijk had ik het wel verwacht om uitgestuurd te worden naar de regenboogstrijd in Hoogerheide, maar toch was ik opnieuw door het dolle heen toen bondscoach Sven Vanthourenhout mijn naam voorlas tijdens de persconferentie”, vervolgt de leerling Industriële Wetenschappen. “Ik kijk echt uit naar de titelstrijd, temeer omdat ik deel uitmaak van een sterke generatie. We hebben meerdere kandidaten voor het goud. Naast Belgisch kampioen Viktor Vandenberghe zijn ook Yordi Corsus, Seppe Van Den Boer en Wies Nuyens jongens met heel veel mogelijkheden. Deel kunnen uitmaken van het winnende kamp zou schitterend zijn, maar het zal natuurlijk allemaal moeten meezitten. De concurrentie is niet min, met de Fransman Léo Bisiaux op kop. Hij kroonde zich niet alleen tot Europees kampioen, maar zette ook met duidelijk verschil de Wereldbeker naar zijn hand.”

“Nee, ik heb nog nooit in Hoogerheide gereden, maar de beelden stellen me gerust”, besluit Robbe Marchand. “Het lijkt me een omloop op mijn maat en conditioneel ben ik in orde. Vorig weekend tikte ik als elfde aan in de slotmanche van de Wereldbeker in het Franse Besançon. Ik wil mijn juniorenloopbaan in schoonheid afsluiten. Nog tot de laatste wedstrijd zal ik me voluit geven.”