De studie Dagtrips door Belgen naar Vlaanderen en Brussel die Provinciebedrijf Westtoer maakte in opdracht van de toeristische overheidsorganisaties in de provincies, Brussel en Vlaanderen, wijst uit dat de Kempense regio in de periode tussen juni 2021 en juni 2022 5,8 miljoen dagjesmensen mocht ontvangen. Onder die term verstaat het onderzoek Belgen die minimaal drie uur - maar zonder overnachting - op minstens 20 kilometer van hun woonplaats doorbrengen. Dat cijfer van 5,8 miljoen Kempense bezoekers maakt het hoogste aandeel (17%) uit van de in totaal 33,5 miljoen Belgen die in dat jaar voor een dagtrip naar een groene regio kozen. Onze streek wekt vooral interesse bij andere Vlamingen (95%), van wie er zelf 65% uit de provincie Antwerpen kwamen. Slechts 5% van de bezoekers kwamen uit Brussel of Wallonië.

Voor wie die 5,8 miljoen mensen een redelijk verbluffend cijfer vindt –‘waar zaten die dan allemaal?’-, ook dagbezoeken aan Bobbejaanland in Lichtaart (Kasterlee) of recreatiedomeinen als De Lilse Bergen in Gierle (Lille) of het Zilvermeer in Mol zijn daarbij inbegrepen. Toch maken bezoekjes aan een attractie, museum, expo of groendomein maar 18% van de reden van het bezoek uit. Wandelen (31%) blijft het voornaamste doel te zijn, terwijl 16% hier komt fietsen.

Volgens de studie bedraagt de gemiddelde besteding 24,60 euro per persoon. Dat is samen goed voor een totale omzet van 143 miljoen euro, waarvan 84 miljoen euro (bijna 60%) in de Kempense restaurants en cafés. “Enerzijds biedt dit onderzoek interessante inzichten over onze bezoekers, hun interesses en hun wensen”, zegt gedeputeerde van Toerisme Mireille Colson (N-VA) van de provincie Antwerpen. “De resultaten vormen dan ook een handig kompas bij onze strategische keuzes en onze promotieacties. Daarnaast onderstreept deze studie nogmaals het economische belang van dagtoerisme en omgevingsrecreatie (uitstappen op minder dan 20 kilometer van de woonplaats, red.). Niet alleen voor de toeristische sector, maar ook voor de economie en de ondernemers in onze provincie.”