Centrale verdediger Marie Van Caesbroeck ruilde tijdens het tussenseizoen landskampioen RSC Anderlecht Ladies voor Eendracht Aalst Ladies en beleefde ongetwijfeld een cultuurschok met een voorbereiding zonder hoofdcoach en met nauwelijks een dozijn kernspeelsters op training. Toch staat de Aalsterse vastgoedmakelaar nog steeds achter haar keuze. “Mijn beslissing was werkgerelateerd. Ik woon in Welle en werk in Aalst. Dat valt een stuk beter te combineren met Eendracht dan met Anderlecht, dat ook vaker traint. Ik zit nog in mijn stageperiode, maar werk al zelfstandig mee in de vastgoedsector, waar ik me verder een weg wil banen. Met Eendracht blijf ik actief op het hoogste vlak. Pech was dit seizoen helaas wel een beetje de rode draad. Nu verloren we ook Sheila Broos met een blessure aan de ruggenwervel. De smalle kern blijft wel een probleem. De speelsters van de B-ploeg doen hun stinkende best om te depanneren, maar zij moeten het niveauverschil met eerste provinciale overbruggen, wat uiteraard een te grote stap betekent.”

Werk aan de winkel

Van Caesbroeck zag zaterdag de Ajuinen een uur lang een degelijke repliek bieden. “Na een uur begonnen we weg te zakken. Dat scenario voltrok zich al vaker. Het is duidelijk dat we fysiek werk aan de winkel hebben. Je kan hard blijven verdedigen, maar we hielden voorin geen bal meer vast en dan wordt de druk te groot. We kregen nu ook hartslagmeters, wat ik als een bijzonder positief signaal ervaar vanwege de club. Nu kunnen we de trainingswaarden peilen en wordt duidelijk wie effectief een inhaalbeweging moet maken.”

Aalst werd uit de Beker van België geknikkerd in Charleroi. Bij een nieuwe nederlaag tegen de Carolo’s zitten de Ajuinen ook met de rode lantaarn opgescheept. “We hopen op een zege. We verloren in de beker met 2-0, maar dat was niet de juiste weergave van het spel. We moeten met de hele ploeg het hoofd voor de bal leggen. Mentaal hebben we een overwinning nodig. De week nadien ontvangen we landskampioen RSC Anderlecht en dan weet je dat je een mirakel nodig hebt. In Charleroi moeten we onze kans grijpen.”