De Belgen keken bij de rust tegen een 0-10 achterstand aan. De Nederlanders liepen in de tweede periode uit tot 0-13, maar België knokte zich terug en ging op en over Oranje. Met nog ruim tien minuten op de klok stond het plots 14-13 in het voordeel van de Zwarte Duivels. Nadien deden beide teams enkele malen haasje-over. Uiteindelijk was het Nederland dat na een spannend slot aan het langste eind trok (21-23).

De Zwarte Duivels eindigden in het Rugby Europe Championship van het voorbije seizoen als zesde en laatste, waardoor ze een barrage om het behoud moesten spelen. De manier waarop de Belgen op die laatste stek terechtkwamen was erg zuur. De wedstrijd van de laatste speeldag in en tegen Roemenië was voorzien op 7 februari, maar de Belgische overheid stond toen gezien de coronacrisis niet toe dat de Zwarte Duivels de verplaatsing aflegden. Niet-essentiële buitenlandreizen waren immers verboden en de Belgische rugbyers genieten niet van een profstatuut. 

De Belgen verloren de wedstrijd in Roemenië dus met de forfaitscore (28-0). Dat had stevige gevolgen, want de Roemenen staken zo op het nippertje België voorbij, waardoor de Zwarte Duivels als hekkensluiter barrages voor het behoud tegen Nederland moesten afwerken. Nederland won de Rugby Europe Trophy, het niveau onder het Championship waar België volgend seizoen aan de bak moet.